Over Theo Selen

Biografie

Jeugd en eerste stappen in de kunst

Theo Selen wordt in 1950 geboren in Venlo. Al op jonge leeftijd ontdekt hij dat tekenen en schilderen vanzelf gaan. Hij krijgt zijn eerste lessen in vrije expressie van Sef Moonen, een beroepskunstenaar die zijn talent herkent en aanmoedigt. Als twaalfjarige zit Theo urenlang te tekenen, van stillevens tot portretten in gips. Die vroege vorming legt het fundament voor een leven dat volledig in het teken van kunst komt te staan.

Opleiding en ontwikkeling

Na de LTS in Wellerlooi, waar hij met hout en metaal werkt, kiest Theo bewust voor de schilderkunst. Hij rondt in 1972 de opleiding tot meesterschilder af aan de schildersschool St. Lukas in Boxtel. In dezelfde periode krijgt hij les van Ninaber van Eijben, een docent die hem leert kijken met aandacht voor nuance en detail.

Hij vervolgt zijn weg aan de kunstacademie in Tilburg. Daar behaalt hij zowel het NHT-diploma als de mo-akte tekenen. De lessen van docenten zoals Ru van Rossem, Ad Jongmans, Joop Liesker en Lou Strik scherpen zijn technische vaardigheden en geven richting aan zijn artistieke identiteit. In deze jaren ontmoet hij ook collega’s Geert Hermsen en Harrie Eijkemans, met wie hij regelmatig werkt en experimenteert.

De stap naar het lesgeven en een eigen academie

In 1978 verhuist Theo naar Valkenswaard om les te geven. Niet lang daarna vestigt hij zich in het Belgische Eksel. Daar begint hij een eigen academie, een plek waar creativiteit en ambacht samenkomen. De academie groeit snel. Binnen twee jaar telt hij 140 leerlingen. In dezelfde periode bloeit zijn liefde voor fotografie op. Theo werkt als auto-, mode- en kunstfotograaf en ontwikkelt een scherp gevoel voor lichtval en compositie, iets wat later ook in zijn schilderijen terugkomt.

Aquarel en internationale contacten

Theo sluit zich aan bij de Kempische Aquarellisten in Mol en later bij het Europees Aquarelinstituut in Brussel. Hij geeft workshops, organiseert exposities en verdiept zich steeds verder in de aquareltechniek. Een ontmoeting met topaquarellist Xavier Swolfs maakt diepe indruk. Xavier vertelde hem dat het tien jaar duurt om aquarel volledig te beheersen. Die uitspraak wordt een leidraad. Theo duikt steeds dieper in het medium en ontwikkelt een eigen methode waarbij hij aquarel combineert met linnen of houten panelen, afgewerkt met matte vernis. Het resultaat is intens, gelaagd en verrassend vrij.

Galerie en restauratieatelier

In 1995 opent hij Kunsthuis Eksel. Het is tegelijk galerie, atelier en restauratiewerkplaats. Hij nodigt andere kunstenaars uit, organiseert exposities en bouwt een plek waar kunst in al haar vormen samenkomt. De restauratie van schilderijen, panelen en beelden groeit uit tot een tweede vakgebied waar hij zich met evenveel toewijding op stort.

Terug naar Venlo en nieuwe samenwerkingen

Vier jaar later, in 1999, keert Theo terug naar Venlo. Hij sluit zich aan bij het collectief K93, waar hij samenwerkt met veertien andere kunstenaars. Exposities, projecten en gesprekken met collega’s zoals Gies Backus, Sef Berkers en Jan Klop houden hem scherp en geven zijn werk nieuwe impulsen.

Rond dezelfde tijd ontmoet hij Joep Caubo, eigenaar van bioscoop Luxor in Reuver. Caubo vraagt hem om het volledige interieurontwerp van de bioscoop te maken. De vier filmzalen, het grand café en het restaurant krijgen allemaal Theo’s handtekening: warme kleuren, ritmische vormen en een gevoel van sfeer dat uitnodigt om langer te blijven.

Een veelzijdige maker

Theo’s praktijk blijft breed. Hij schildert, maakt aquarellen, beeldhouwt, ontwerpt glas-in-loodramen, richt interieurs en exterieurs in en restaureert kunstwerken met groot vakmanschap. Hij voert ambachtelijk schilderwerk uit, zoals decoraties, wandschilderingen en het imiteren van hout, marmer en bladgoud.

Die veelzijdigheid is geen afdwaling, maar een bewuste zoektocht. Voor Theo is kunst geen methode, maar een manier van leven. Elke techniek biedt een nieuwe mogelijkheid om kleur, lijn en licht met elkaar te laten spreken.